De nakomelingen van de Brits-Indische contractarbeiders in Suriname worden Hindostanen genoemd. 

Het is belangrijk om hierbij op te merken dat het niet om Hindoestanen gaat, aangezien dit geen cultureel-religieuze groep aanduidt, maar een etnische groep omvat die bestaat uit hindoes (sanatana dharma), moslims en christenen em of andere geloven.

Sinds 1947 wordt in Suriname officieel de term Hindostanen gebruikt voor deze bevolkingsgroep. 

Voor die tijd werden deze immigranten en hun nakomelingen aangeduid als Brits-Indiërs of koelies (drager = tot slaaf gemaakt drager). 

De naderende onafhankelijkheid van India en de daaruit voortvloeiende veranderingen wekten in Suriname een discussie op over de juiste benaming. De term Brits-Indiërs werd als achterhaald beschouwd en de immigranten identificeerden zich niet als Indiër, vooral omdat inmiddels de tweede generatie, geboren in Suriname, opgroeide. Het gebruik van het woord "koelie" was uiteraard ongewenst, vergelijkbaar met het feit dat Creolen ook niet als "slaven" te boek stonden. De keuze viel daarom bewust op "Hindostanen". 

Dit was enerzijds een correcte weergave van het oorspronkelijke Hindiwoord "Hindostan", een benaming voor India die door taalkundige ontwikkelingen later "Hindustan" werd. Anderzijds wilde men voorkomen dat er conflicten uit India, zoals de toenemende spanningen tussen hindoes en moslims, naar Suriname zouden worden geïmporteerd. Deze spanningen hadden in India geleid tot een duidelijke scheiding: hindoes werden Hindustani’s genoemd en moslims Pakistani’s. 

In Suriname wilden de nakomelingen van de contractarbeiders, die altijd in solidariteit met elkaar leefden, deze verdeling niet overnemen door het gebruik van de term Hindoestaan.

Er bestaat een diepe erkenning van hun gedeelde afkomst, hoewel individuele percepties kunnen verschillen door diverse historische en culturele invloeden. Onder diverse historische en culturele omstandigheden hebben Hindostanen een uniek pad bewandeld, gekleurd door hun eigen ervaringen en overtuigingen.

Suriname, een smeltkroes van culturen, kent vier prominente bevolkingsgroepen: Hindostanen, Creolen, Marrons en Javanen, elk met hun eigen historische wortels. Terwijl Hindostanen trots 27,4% van de bevolking uitmaken, delen ze het land met andere belangrijke groepen, zoals de Creolen (17,7%), Marrons (14,7%) en Javanen (14,6%).

Het perspectief van mensen uit India op Hindostanen uit Suriname varieert, beïnvloed door een mengeling van culturele achtergronden, persoonlijke ervaringen en kennis van geschiedenis. Sommigen voelen een diepe culturele verbondenheid, terwijl anderen wellicht minder bekend zijn met de Hindostaanse achtergrond en cultuur.

De term "Hindo(e)stanen" verwijst oorspronkelijk naar bewoners van Noord-India, langs de Indus, een naam die zijn oorsprong vindt in middeleeuws-Perzisch. Hoewel vaak geassocieerd met religie, benadrukt deze term eigenlijk etniciteit, niet religie. 

De Hindostaanse gemeenschap blijft trots haar erfgoed dragen, dat diep geworteld is in haar historische reis en culturele bijdragen.